
Coach zijn, hoeft van mij niet zo nodig. Hoe leuk ook. Hoe natuurlijk het me ook afgaat. Hoe fijn ook, al die duurzame resultaten. Stel dat ik morgen nooit meer zal coachen, dan heb ik daar vandaag al vrede mee.
Liefde
Je hebt vaak, meer niet dan wel, een coach nodig. Wat ons uiteindelijk naar een coach doet stappen, is niet omdat we zo nodig een coach nodig hebben. Maar gebrek aan liefde. Een beetje liefde op de juiste plekken. Her en der. Hier en daar. In de leegtes, de gebreken, de blokkades, de veroordelingen, in het niet inclusieve en voor ál het ongeaccepteerde. Het kan een uitdaging zijn om je tekortkomingen niet als zodanig te beschouwen. Of wel zo te bestempelen, maar je er niet door van de wijs te laten brengen.
Zwart gat
Het kan een obstakel zijn om jezelf te zijn op een manier die nooit de ruimte heeft gekend. Jezelf te zien voor wie je werkelijk bent. Wat je mooi vindt in en aan jezelf, maar zeer zeker ook wat je knap ondeugdelijk vindt. Dat zwarte gat waar je soms in verdwijnt. Een gat van gedrag dat voortkomt uit onbewust zijn.
Bevrijding
Naar een coach gaan, kan dan zo bevrijdend zijn. Zo sussend ook. Want de coach kan je herinneren aan wat altijd al in je aanwezig was. Zoveel (zelf)acceptatie. Zoveel (zelf)waardering. Zoveel (zelf)compasssie. Zoveel bevestiging, begrip, vergeving. Ja, vergeving! Het is bevrijding van alles dat ooit dacht jou klein te kunnen krijgen.
Hoogtij
Je herinneren dat je kan uitreiken naar je eigen kunnen, je eigen schatten, je eigen wijsheid, je eigen parels, je innerlijke kracht en dus jouw ultiem gereedschap voor chronisch innerlijk geluk. Je herinneren aan al je mogelijkheden. In hoogtij en ‘barre tij’. Dát is wat een coach voor je zou moeten betekenen. Meer niet.
Geschreven door Drisia d’Anjou, schrijfster & vandaag nog coach