
Er is gisteren niets spectaculairs gebeurd. Het leven was ‘so, so’. Het was niet bijzonder, maar gewoon. Gewoon goed. Waardoor je niet het idee hebt dat je er iets van herinneren moet. En zo werkt het vaak ook niet met herinneringen. Ze plagen je willekeurig maar wat. Zo lijkt het althans.
Maar wat als ik herinneringen kan herinneren die ik niet wil vergeten? Welke herinneringen zijn dan de blijverdjes? Welke momenten zijn de pareltjes van de afgelopen 24 uur?
Het lijkt niet te gaan om het concert waar ik naartoe ging. Maar wel om het feit dat ik mij er al dagen op verheugde. Het ging niet meer om danspasjes onder de knie te krijgen. Maar om het stroef geschuifel dat me deed denken aan vervlogen tijden.
Het ging niet om dansen tot diep in de nacht, maar om het vrije gevoel dat dansen gaf. Het gaat niet om je jas te mogen ophangen in de garderobe voor zeven euro. Het gaat erom dat je zonder twijfel het risico neemt om zonder jas terug te keren naar huis. Gewoon. Uit principe.
Het gaat niet om het feestje, maar om er een feestje van te maken. Door dubbel te liggen van het lachen. Om niets. En de humor daarvan te snappen. Het gaat niet om de jaren dat je oude bekenden niet zag, maar om de oude vertrouwde gesprekken alsof je elkaar gisteren nog sprak.
Het gaat niet om een korte nacht, maar om het verlangen naar de sportschool straks, terwijl je nog op de dansvloer staat. En je de volgende ochtend met een brakke glimlach op de crosstrainer staat.
Wat ik mij wil herinneren, zijn niet zo zeer de dingen die ik deed. Ik wil herinneren wat ertoe deed. Dat moet het gevoel zijn. Het gevoel van gisteren. Dat gevoel herbeleven. Dát wil ik. Dat gevoel wil ik meenemen naar morgen en levenslang bevriezen. Zodat ik van het gevoel dat gisteren mij gaf, steeds opnieuw kan genieten.
Geschreven door Drisia d’Anjou