
Huizenprijzen. Daar hadden we het over. Hij wilde weten wat dan zo’n huis in Amsterdam wel niet kost. Ik had niet zoveel zin in het gesprek. Het was de zoveelste Airbnb- gast in het appartement waar ik een tijdje verbleef. Op een gegeven moment weet je het wel. Zelfde vragen. Ander land.
Als ik iets leerde van Airbnb is het wel dat we allemaal mens zijn. En mensen overal ter wereld maar bar weinig verschillen. We poetsen allemaal onze tanden. Borstelen ons haar. Laten dat in het doucheputje liggen. Bij wijze van ‘Surprise!’ Vooral de prachtig glanzende, maar ook dikke haren uit Saudi Arabië, China en Korea. Een feest voor doucheputjes.
Maar deze jonge architect uit China had gemillimeterd haar en vroeg me de hemd van het lijf over huizen, gebouwen, lokale gebruiken en prijzen. En bij iedere prijs tekende hij met zijn wijsvinger razendsnel Chinese tekens op zijn been. Blijkbaar ziet vijf ton voor 50 vierkante meter er in het Chinees een stuk begrijpelijker uit.
Ik vond hem aardig. Dus ik besloot nog even langer te blijven. Zo wisselden we heel wat kennis en levenservaringen uit. Over de complete chaos die in zijn land heerst en die voor het Westen zoveel mogelijk verborgen wordt gehouden. Over Chinezen die huizen kopen in Europa als investering voor de kinderen. En dat geen Chinees kind nog zit te wachten op een huis in een ver land. Of China de wereld stiekem probeert te veroveren, liet hij in het midden. We spraken over vriendschap die je ontgroeit en hoe verdrietig dat kan zijn. In China ontgroeien ze elkaar dus ook!
De volgende ochtend hoorde ik de voordeur dichtvallen. Ik keek hem na tot het eind van de straat. Hij keek niet meer om. Geen zwaai. Daar liep zomaar een onopvallende architect met een backpack. Mijn Chinese vriend die ik nooit meer zal zien en nooit meer zal herkennen. Niet in China en zelfs niet in mijn eigen straat. Soms is afscheid zo definitief en onuitwisbaar.